Poëzie op muren in Bergen op Zoom

STENEN STROFEN

Toen de Bergse stadsarchivaris Cees Vanwesenbeeck in 1996 werd bedacht met de Sakkoprijs voor Kunsten en Letteren besteedde hij een deel van zijn prijzengeld aan een opdracht aan de dichter Bert Bevers, om een gedicht te schrijven voor op de kopgevel van het gebouw van de Gemeentelijke Archiefdienst (nu het Regionaal Historisch Centrum). Dat werd Bergen op Zoom, in november 1997 naar een ontwerp van Marc Meeuwissen onthuld. De reacties daarop waren dusdanig enthousiast dat de gedachte post vatte een hele reeks van dit soort Stenen Strofen doorheen de gemeente te realiseren. Zo ontstond het Comité Stenen Strofen, bestaande uit Cees Vanwesenbeeck, Bert Bevers, Albert Hagenaars en vormgever Marc Meeuwissen. Gaandeweg vertrok Hagenaars, wegens tijdgebrek, en voegden Gerard Kamp, Elaine Kools en Peter van de Graaf zich er bij. De gedichten worden gejureerd door Wim van Til (directeur van het Poëziecentrum Nederland), Tony Rombouts (eresecretaris van de Vlaamse Vereniging van Letterkundigen) en telkens de voorgaande dichter. Andere steden hebben weliswaar vergelijkbare projecten, maar de Stenen Strofen zijn door de desbetreffende dichters op verzoek van het comité steeds ofwel op Bergen op Zoom geschreven, ofwel op de locatie waar ze werden gerealiseerd. Ondertussen is er een aanzienlijke reeks, die nog immer wordt uitgebreid. Soms is er gekozen voor de uitvergroting van een fragment. Het hele gedicht is in alle gevallen te lezen op een speciaal aangebracht bordje. Daarop is ook te lezen door wie het gedicht in kwestie werd gesponsord. Hieronder een overzicht van de reeds te bekijken Stenen Strofen:

Wagenspel



Het veertiende gedicht in de Stenen Strofen-route, Wagenspel van Anna Enquist (˚1945), werd op donderdag 14 januari 2010 gepresenteerd. Het vers is aangebracht op de gevel van de nieuwe Rabobank, aan de Zuid-Oostsingel. De dichteres liet zich tot het vers inspireren door het beleg van Bergen op Zoom door de Fransen, in 1747. Wagenspel is aangebracht op een plaats waar destijds hevig gevochten is. De aanwezigen kregen een toelichting op het ontstaan van de Stenen Strofen door Cees Vanwesenbeeck (foto onder), waarna de dichteres haar bijdrage voordroeg (foto daaronder). Vervolgens onthulde wethouder voor cultuur Maarten van Eekelen samen met Anna Enquist het Stenen Strofen-bordje onder Wagenspel (foto onderaan).




Het gedicht De groet is aangebracht tegen de gevel van het verzorgingstehuis Aen de Fonteyne aan de Van der Goesstraat in de wijk Fort-Zeekant.

De meest recente toevoeging aan de Stenen Strofen-route werd geschreven door de Vlaamse dichteres Aleidis Dierick.
VAN DER GOESSTRAAT 2
(HUIZE STUIVENBURGH)

De groet van Aleidis Dierick

Aleidis Dierick (˚ 1932) debuteerde in 1977 met Een zomer voorzien. Haar werk werd opgenomen in diverse literaire tijdschriften en in talloze bloemlezingen. Ze woont momenteel in Aalst, en is nog steeds bijzonder productief. Recentelijk verschenen de bloemlezing Al die zalige zomers en de nieuwe bundel De schuldeloze man.



Yvonne Né (achteraan in rood jack) leest onder ruime publieke belangstelling haar Stenen Strofen-bijdrage voor.

Yvonne Né voor haar gedicht aan het Bolwerk-Zuid.
BOLWERK-ZUID 6 (ZIJGEVEL
PAND FAMILIE KALKER)

met rood sap van meekrap schrijf ik jou… van Y. Né

Y. Né (˚ 1958) is dichter/beeldend kunstenaar. Ze studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunst St. Joost in Breda schilderen, tekenen en monumentale vormgeving. Zij publiceerde onder meer de bundels Het oor de Bij, Dun Land, Aan voeten van de zee, Liggen in een gras, Dans is een eland en Hier mag niets af zijn. Over haar werk is geschreven: “Het poëtische werk van Y. Né balanceert tussen twee elementaire werkelijkheden: de realiteit van het leven en de verbeelding ervan. Steeds weer in haar verzen lijkt er sprake te zijn van een overgangssituatie, waarin aarzelend nieuwe realiteiten worden verkend, terwijl van de oude nog geen afstand is gedaan. Daardoor is alles voortdurend in beweging.”
www.yne.nl

Het gedicht De Zoom, met uitzicht op die Zoom, op de flat aan de Burgemeester Stulemeijerlaan nabij de kruising Halsterseweg met Boerenverdriet.

Portret van Anton van Duinkerken in karakteristieke houding aan de schrijftafel, getekend door Mies Blomsma.
BURGEMEESTER STULEMEIJERLAAN
(GEVEL VAN DE ZOOMFLAT)

De Zoom van Anton van Duinkerken

Anton van Duinkerken is de schrijversnaam van Willem Asselbergs (1903-1968). Hij zag het levenslicht in Bergen op Zoom. Aanvankelijk wilde hij priester worden. Als journalist bij De Tijd was hij een van de gezaghebbendste literaire critici van zijn periode. Hij was een groot kenner van het werk van Joost van den Vondel, en schopte het aan het einde van zijn loopbaan tot rector magnificus van de Universiteit Nijmegen. Hij schreef talloze beschouwingen, en publiceerde als dichter bundels als Lyrisch labyrinth, Tobias met den engel en Hart van Brabant. Op de Grote Markt staat een standbeeld van hem.



STATIONSSTRAAT 23 (ZIJGEVEL
MAKELAARDIJ VAN GINNEKEN)

Tijd is van H.C. ten Berge

H.C. ten Berge (˚ 1938) is een van de meest invloedrijke auteurs van na de Tweede Wereldoorlog. Hij publiceerde beschouwingen (Een schrijver als grenskozak, over F.C. Terborgh), vertalingen (van onder meer Ezra Pound) en proza (Canaletto en andere verhalen, Een geval van verbeelding en De beren van Churchill). Als dichter maakte hij naam met bundels als Poolsneeuw, Swartkrans, Personages, De witte sjamaan, Va-banque, Texaanse elegieën en Een tuin in de winter. Ten Berge mocht in 2006 de P.C. Hooftprijs in ontvangst nemen.
www.schrijversnet.nl/tenberge


Heel wat belangstelling bij de onthulling van de Stenen Strofen-bijdrage van Hans Tentije. Links (met hoed) in de camera kijkend Tony Rombouts, in het midden in geel jasje van de lens af blikkend Wim van Til.

Hans Tentije leest Op den Zoom voor.

In het puike restaurant Het Spuihuis aan tafel na de plichtplegingen. Van links naar rechts Cees Vanwesenbeeck, Marion Tentije, Bert en Geertje Bevers, Hans Tentije, Els Vanwesenbeeck, Tony Rombouts en diens levensgezellin Niki Faes.
BOLWERK-ZUID (KOPGEVEL
HUIZE AVONDVREDE)

Op den Zoom van Hans Tentije

Hans Tentije (˚ 1944) schreef bundels als Van lente en sterfte, Drenkplaatsen (waarin de eerdere uitgaven Alles is er, Wat ze zei, Nachtwit en Schemeringen werden verzameld), Wisselsporen, Verloren speelgoed, Wat het licht doet, Deze oogopslag en Uit zoveel duisternis. Piet Gerbrandy schreef in De Volkskrant over zijn werk: “Dit is poëzie van uitzonderlijk niveau, die onmiddellijk in alle wereldtalen vertaald moet worden.”
http://www.deharmonie.nl/auteur/auteurdetail.asp?id=63


Louis van de Laar zaliger nagedachtenis, destijds oud-burgemeester en bewoner van de Hoogstraat, onthult de Stenen Strofen-bijdrage van Peter Ghyssaert.

Hij wordt daarbij onder meer gadegeslagen door van links naar rechts Victor Vroomkoning, een medewerker van Absoluut Design, Auke van der Heide, Geertje Hoefnagels, Albert Hagenaars en Marc Meeuwissen.

Peter Ghyssaert leest zijn gedicht voor in de Hoogstraat.
HOOGSTRAAT (GEVEL RECHT
TEGENOVER DE KONINGSTRAAT)

Koningstraat van Peter Ghyssaert

Peter Ghyssaert (˚ 1966) debuteerde in 1991 met de bundel Honingtuin. Later volgden Cameo, Sneeuwboekhouding, Jubileum en andere gedichten, De zelfgemaakte pauk, De zuigeling van Sint-Petersburg en Kleine lichamen. De Antwerpenaar Ghyssaert is ook violist. Hij maakt deel uit van het strijkkwartet Ars Longa, dat een cd uitbracht met werk van onder meer Milhaud, Puccini en Schubert. Hans Warren zaliger schreef over Ghyssaert: “Hij brengt weer pracht en praal in de Nederlandse literatuur.”
www.dbnl.org/auteurs

Het sonnet van Maria van Daalen was oorspronkelijk bedoeld voor de trap op het voorplein van stadsschouwburg De Maagd maar werd uiteindelijk aangebracht op deze zijgevel van een winkelpand in de Zuivelstraat, onder de toren van de Sint-Gertrudiskerk, in de volksmond de Peperbus genoemd.

Maria van Daalen wacht op de roeptoeter om haar gedicht voor te kunnen lezen....

En daar heeft ze die vast.
ZUIVELSTRAAT (ZIJGEVEL
PAND NUMMER 14)

Sonnet van Maria van Daalen

Maria van Daalen (˚ 1950) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde met als specialisatie middeleeuwse liedkunst. “Niet verwonderlijk dat haar poëzie een bijna religieuze en mystieke geladenheid beschikt,” schreef Y. Né in Lust en Gratie. Maria van Daalen publiceerde de bundels Raveslag, Onder het hart, Het Hotel, Deze Geschiedenis, Het Geschenk/De Maker, Elektron, Muon, Tau en Yo! de liefde. Haar meest recente verzameling verzen is De wet van behoud van energie. Ze schrijft ook essays voor Trouw.
www.mariavandaalen.nl



Het Stenen Strofen-bordje met het gedicht van Victor Vroomkoning erop werd onthuld door toenmalig loco-burgemeester van de gemeente Bergen op Zoom Giel Jansen en de dichter zelve.
HOEK PENSSTRAAT/GROTE
MARKT (ZIJGEVEL VAN DE SALON)

Titelloos vers van Victor Vroomkoning

Victor Vroomkoning (pseudoniem van Walter van de Laar, ˚ 1938) is neerlandicus en filosoof. Hij debuteerde als dichter in 1981. In 1983 ontving hij de Pablo Nerudaprijs. Op zijn naam staan bundels als De laatste dingen, Echo van een echo, Oud zeer, IJsbeerbestaan en Stapelen. Onder de nom de plume Stella Napels bracht hij Lippendienst uit. Vroomkoning stelde tevens mede een bloemlezing met funeraire poëzie samen. Zijn gedicht Vuilniszakken behoort tot de klassiekers van de moderne Nederlandstalige poëzie. Vroomkoning won in 2006 de Karel de Groteprijs van de gemeente Nijmegen, waarvan hij tot voor kort stadsdichter was. Er is een grote overzichtsbundel van hem op komst.
www.victorvroomkoning.nl


Het gedicht van Benno Barnard is veel langer dan de tekst op de daklijst. Het geheel is op een Stenen Strofen-bordje aan de gevel te vinden. Na de ingrijpende herinrichting van deze locatie kreeg de Koevoetstraat hier ook een andere naam: het Mozes de Hesplein.

Na de officiële plichtplegingen ter gelegenheid van de onthulling van Sjoel was het tijd voor een lunch. Van links naar rechts Bert Bevers, Benno Barnard, Cees Vanwesenbeeck, Marc Meeuwissen en Albert Hagenaars.
KOEVOETSTRAAT (HEDEN
MOZES DE HESPLEIN), DAKLIJST
VAN VOORMALIGE SYNAGOGE

Sjoel van Benno Barnard

Benno Barnard (˚ 1954), zoon van de dichter Guillaume van der Graft, woont (al langer dan hij in Nederland verbleef) in België. Hij schrijft proza (onder meer Door God bij Europa verwekt, Een hiernamaals en Eeuwrest), toneel (Lucifer en Stervelingen) en poëzie (Om zijn veranderd blad, Een Engel van Rossetti, Het meer in mij, Tijdgenoten, De schipbreukeling en de verzamelbundel Het tongbotje). Hij was jarenlang redacteur van het literaire magazine Het Nieuw Wereldtijdschrift en levert tegenwoordig regelmatig bijdragen aan Knack en NRC-Handelsblad.
www.epibreren.com

De flat op de hoek van de Gagelboslaan met de Holleweg. Hierlangs passeren regelmatig rouwstoeten op weg naar de even verder net buiten de stad gelegen begraafplaats.

Feestmaal ter gelegenheid van de onthulling van Holleweg. Van links naar rechts Sophie (jongste kleindochter van), Riet Budé, Mignon (oudste kleindochter), Frans Budé, Tine Slosse, Peter Nijmeijer, Cees Vanwesenbeeck, Geertje en Bert Bevers, Joke en Gerard Kamp (als toenmalig directeur van de Woningstichting Spectrum de sponsor van de locatie) , Marc Meeuwissen en Els Vanwesenbeeck.

Frans Budé leest zijn gedicht voor. Links bewoonster mevrouw Annie Elseman-Gazendam, die het gedicht officieel mocht onthullen.

Frans Budé poseert voor zijn gedicht Holleweg, dat is aangebracht op de flat op de hoek van de gelijknamige uitvalsweg in Bergen op Zoom Oost.
FLAT OP DE HOEK VAN DE
HOLLEWEG EN DE GAGELBOSLAAN

Holleweg van Frans Budé

Van Frans Budé (˚ 1945) verschenen bundels als Vlammend marmer, Een leem, Grenswacht, Nachtdroom, De onderwaterwind, Maaltijd, In Remersdaal, Zomerplaats, Alles gaande en Blauwe rijst. De Volkskrant schreef over het werk van deze sympathieke Limburgse dichter: “Budé schrijft een zo volmaakt Nederlands dat je zijn taal tot standaard zou willen verheffen voor iedereen die zich mondeling of schriftelijk moet uitdrukken. Wie wil weten hoe Nederlands écht behoort te klinken, leze Budé.”
www.fransbude.nl

Het gedicht Waterlicht op de oostzijde van de meest westelijke flat aan de Sterrenlaan in Bergen op Zoom Oost. Op de begane grond daarvan is een filiaal van de openbare bibliotheek gevestigd. De monumentale vormgeving van het vers spreekt velen aan. Het is een vertrouwd beeld in de buurt Gageldonk geworden.

De onthulling van Waterlicht werd afgesloten met een diner. Van links naar rechts Bert Bevers, bordjessponsor Wim de Kort, Cees Vanwesenbeeck, sponsor Nanno Nanninga (directeur van de bibliotheek), Albert Hagenaars en Marc Meeuwissen.

Hans van de Waarsenburg declameert zijn Stenen Strofen.

Hans van de Waarsenburg poseert voor zijn Waterlicht.
FLAT PLEJADENLAAN (BOVEN INGANG
VAN FILIAAL BIBLIOTHEEK OOST)

Waterlicht van Hans van de Waarsenburg

Hans van de Waarsenburg (˚ 1943) debuteerde in 1965 met Gedichten. Voor zijn bundel De Vergrijzing ontving hij in 1973 de Jan Campertprijs voor poëzie. Van de Waarsenburg was jarenlang voorzitter van het P.E.N.-Centrum voor Nederland. Hij is ook betrokken bij de organisatie van de Maastricht International Poetry Nights, een tweejaarlijks poëziefestival. Enkele titels: De dorst der havensteden, Avond val, Zuidwal en Beschrijvingen van het meer. Zijn meest recente bundel is Azul. Van de Waarsenburg schrijft ook kinderboeken.
www.waarsenburg.com

De reacties op het gedicht Bergen op Zoom waren dusdanig positief dat het plan werd opgevat het niet bij dit ene gedicht te laten, maar ernaar te streven tot een heuse poëzieroute te komen. Daartoe werd het Comité Stenen Strofen in het leven geroepen: van links naar rechts vormgever Marc Meeuwissen, initiator Cees Vanwesenbeeck en de dichters Bert Bevers en Albert Hagenaars. Inmiddels haakte laatstgenoemde af, en speelt Vanwesenbeeck een adviserende rol op de achtergrond. Gerard Kamp en Elaine Kools zijn de nieuwe leden.

Het fragment van het gedicht Bergen op Zoom (de volledige versie is te lezen op het witblauwe bordje tegen de gevel) van Bert Bevers op de kop van de Regionale Archiefdienst op de hoek van de Westersingel met de Artilleriestraat.

Na afloop van de onthulling van Bergen op Zoom vond er in het gemeentearchief een receptie plaats met toespraken, hapjes en drankjes. Op de foto onder meer Maarten, Esmeralda en Peter Bevers (neefje, schoonzus en broer van de auteur), archiefmedewerker Rochus van de Berg, de moeder van de dichter Cocky Bevers-Van den Boom zaliger nagedachtenis, Ko van den Boom, raadslid Yvonne Kammeyer, Bert en Geertje Bevers en oud-burgemeester Louis van de Laar zaliger nagedachtenis.

Bert Bevers bij het kersvers op de voormalige Blokstal onthulde bordje met zijn gedicht erop. Links zijn nichtje Muriël Bevers.

Het gedicht werd officieel onthuld door de dichter zelf samen met de toenmalige Bergse wethouder van cultuur van dienst, Ed Bolsius.
REGIONAAL HISTORISCH CENTRUM,
HOEK WESTERSINGEL ARTILLERIESTRAAT

Bergen op Zoom van Bert Bevers

Bert Bevers (˚ 1954) publiceerde bundels als In de buurt van de wereld, Onaangepaste tijden, Uit de herinneringen van een souffleur en Lambertus van Sint-Omaars beschrijft de wereld. Francis De Preter vindt (in Stroom) Bert Bevers ‘in wezen een verteller’: “Zijn gedichten vertellen een verhaal zonder dat het gedicht iets van zijn spankracht of van zijn beeldende magie verliest. Weinigen doen hem dat na.” Bevers stelde ook een aantal bloemlezingen samen. Hij is tevens beeldend kunstenaar. De laatste jaren exposeerde hij nog monotypes en tekeningen in het stadhuis van Bergen op Zoom, Ruimte Veulens De Gil in Sint-Gillis en in ’t Zand in Bredevoort Boekenstad. Hij onderhoudt dagelijks de blog www.gemengdeberichten.blogspot.com. Bert Bevers heeft een uitgebreide website: www.bertbevers.com